De overgang kan een heel lastige periode zijn. Je krijgt last van opvliegers. Als dan ook nog je figuur anders wordt omdat je taille verdwijnt en de kilo’s eraan vliegen, herken je jezelf niet meer. Nochtans zijn je eetgewoonten niet veranderd. Je eet nog precies zoals vroeger, maar je lichaam lijkt geen vet meer te verbranden…
Het is heel normaal dat je in de overgang ongeveer 5 kilo aankomt, maar veel vrouwen komen tien kilo of meer bij en merken dat afslanken in de overgang een bijna onmogelijke opgave is. De belangrijkste factor die al je pogingen om af te slanken in de menopauze dwarsboomt, is de razendsnelle afname van het vrouwelijke hormoon oestrogeen.
Oestrogeen is van grote invloed op de snelheid van de stofwisseling en de opslag van lichaamsvet. Na de menopauze werkt de stofwisseling een stuk langzamer, terwijl vet juist sneller en dieper in het lichaam wordt opgeslagen. Vet is een ideale opslagplaats voor hormonen: je lichaam doet in de overgang al het mogelijke om een reservevoorraad oestrogeen aan te leggen en de beste manier om dit te doen is je hoeveelheid lichaamsvet – en voornamelijk buikvet – te vergroten. Daarom is het zo moeilijk om af te slanken in de menopauze: je lichaam doet al het mogelijke om toch maar zo veel mogelijk oestrogeen ‘bij te houden’ en de meest voor de hand liggende manier daarvoor is het aanleggen van een vetvoorraadje.
Omdat de overgang ook veel stress met zich meebrengt en emotioneel belastend kan zijn, gaan veel vrouwen in deze periode meer eten of ze grijpen naar suiker en/of alcohol om zichzelf te ‘troosten’. Hierdoor betalen ze tijdens hun overgang zeker een hoge prijs: ze stellen hun gezondheid op de proef, door een stijgend lichaamsgewicht daalt hun zelfbeeld en negatieve emoties steken meer dan ooit de kop op.